|
||||||||
Als je je kunt permitteren enkel je familienaam te gebruiken om herkend te worden als artiest, dan betekent dat ongetwijfeld dat je al flink wat voorstelt. In het geval van Bolognees Germano Bonaveri behoeft dat geen twijfel: de man is met deze plaat toe aan het zesde hoofdstuk van wat je zijn levenswerk zou kunnen noemen en dat er, kort gezegd, in bestaat de verschillende aspecten van de condition humaine te illustreren en becommentariëren. In “L’Ora dell’Ombra Rossa” uit 2011 voorspelde en beschreef hij tien jaar geleden al welke moeilijke tijden we vandaag doormaken. “La Staffetta” uit 2015 had het over de aankomende nederlaag van de menselijke samenleving en dus de doorbraak van de hyper-individualistische maatschappij waarin we vandaag leven en die maakt dat iedereen tegenover iedereen komt te staan in plaats van echt samen te leven en vandaag, met zijn nieuwe plaat, gaat hij er van uit dat de mensheid radicaal een andere weg moet inslaan en reikt hij een aantal dingen aan, die we op die onvermijdelijke reis zeker in onze bagage moeten stoppen. Die dingen laten zich in één woord samenvatten als “LIEFDE”. Dat vertelt Bonaveri in dertien liedjes en een kleine drie kwartier, die bijzonder snel voorbij vliegen. Enige kennis van het Italiaans -en die beter is dan de mijne- kan wel helpen om de bijzonder poëtische teksten, die bol staan van de beeldspraak, te kunnen doorgronden, al stel ik me voor dat je van deze plaat ook kunt genieten zonder dat je, zoals ondergetekende, met je woordenboek op schoot, probeert te vatten waarover de man het heeft. De nummers steken namelijk ook aan de muzikale kant erg geraffineerd ineen en ze zijn daarenboven zo divers als het Italiaanse volkje zelf. Weemoed, nostalgie, exuberantie, diepe droefheid en noem maar op: je krijgt het allemaal voorgeschoteld in woord en in gezang. De katten uit de titel, zijn het symbool van het leven en dus ook van de natuur, die geduldig maar onverbiddelijk met ons, mensen, op weg gaat en net zo goed teder en warm kan zijn, als ze soms kan razen en tieren. Nu eens serveert Bonaveri zijn gedachten in haast klassiek klinkende ballades, dan weer gaat hij onverbloemd de rocktoer op, of sluipen er bluesy thema’s of jazzy ritmes binnen. Alles werd in een kleine week tijd opgenomen, zonder dat er al te veel gefilterd of gecomprimeerd werd. Zo live mogelijk klinken, dat was de boodschap en dat kon nog, ten tijden van de opnames van eind 2019. Resultaat is een plaat, waarbij je je onmiddellijk in een theaterstoel waant en je ongestraft de illusie kont koesteren, getuige te zijn van een concert van een overigens super-degelijke band, waarvan ik enkel de naam van toetsenist en arrangeur Nicola Morali kan plaatsen. Bonaveri is de zoveelste Italiaanse liedjesschrijver die we hier zo goed als niet kennen en waarvan ik vind dat daar dringend verandering in mag komen. Ik ken niet ’s mans complete oeuvre, maar de platen die ik wel in huis heb, maakten mijn Italofilie nog een tikkeltje groter dan ze al was. Gaat u misschien op zoek naar clipjes van “Anthropocene”, “L’Amante” of de afsluitende titeltrack en luister zelf. Maar zeg vooral nooit dat u nergens van wist! (Dani Heyvaert)
|
||||||||
|
||||||||